musicasacramaastricht.nl (pdf)
Musica Sacra Maastricht, 2015
zaterdag 19 september · 15.00- 16.15 uur
KAPEL ZUSTERS ONDER DE BOGEN
1.
Sankt Gallen, Abdij van Reichenau, Keulen 9de - 13de eeuw [11:51]
SEQUENS Sancti spiritus assit nobis gratia (melodienmodel: Occidentana)
Notker von Sankt Gallen (Balbulus) ca. 840-912
De Sancto lanuario —
SEQUENS Pangat ymnum Augiensis
De Sancto Marco —
SEQUENS Sancti martyris festum
De Sancto Gereone —
SEQUENS Laetetur aecclesia
Bern von Reichenau ca. 978-1048
De sancto Cuniberto —
HYMNUS Annua reverti
2.
Chartres rond 1000 [10:31]
ORGANUM Alleluia V. Multifarie olim
ORGANUM Responsorium Petre, amas me?
ORGANUM Alleluia V. Video celos apertos
3.
Santiago de Compostela 12de eeuw |
Codex Calixtinus [12:28]
KYRIE Rex immense
cc 108 /
cc 89
ORGANUM Alleluia V. Vocavit lhesus
cc 110
CONDUCTUS Congaudeant catholici
cc 96
4.
Notre-Dame de Paris rond 1200 [24:56]
CONDUCTUS Dic Christi veritas
Philippe le Chancelier na 1160-1236
ORGANUM QUADRUPLUM: Graduale Viderunt omnes
PEROTINUS 1160-1230
Ordo Virtutum
Hubert Mayer, Johannes Mayer, Jörg Rieger en Alexander Yudenkov — zang
o.l.v. Stefan Johannes Morent — zang, harp en fluit
Ordo Virtutum
Ensemble
Ordo Virtutum is gespecialiseerd in muziek uit de Middeleeuwen en werd
opgericht door de musicoloog prof. dr. Stefan Johannes Morent. Door een
verbinding tot stand te brengen tussen muziekwetenschappelijk onderzoek
en de uitvoeringspraktijk wil het ensemble de muzikale wereld van de
Middeleeuwen voor het publiek toegankelijk maken. Het ensemble werkt
samen met gerenommeerde musici die gespecialiseerd zijn in de
middeleeuwse uitvoeringspraktijk, zoals Andrea von Ramm en Sterling
Scott Jones. Het ensemble trad op in talrijke festivals in Europa, de
Verenigde Staten en Australië.
Het repertoire omvat gregoriaans,
Minnesang, middeleeuwse heldendichten, muziek van Hildegard von Bingen
en meerstemmig geestelijk repertoire. Het ensemble nam verschillende
cd’s op en werkte mee aan talrijke radio- en tv-producties, congressen
en symposia. In april 2016 maakt Ensemble Ordo Virtutum een tournee door
Nederland in het kader van het Seizoen Oude Muziek 2015/2016, met op
vrijdag 22 april een concert in de Keizerzaal in Maastricht.
Stefan Johannes Morent
Stefan
Johannes Morent studeerde muziekwetenschap en informatica aan de
Universität Tübingen, blokfluit en historische uitvoeringspraktijk bij
Kees Boeke, en middeleeuwse muziek bij Andrea Ramm en Sterling Scott
Jones. Hij is verbonden aan de Universität Tübingen en leidt onder meer
een onderzoeksproject naar digitale muziekuitgaven.
Morent schreef
taltijke publicaties over de uitvoeringspraktijk van middeleeuwse muziek
en was gastdocent/spreker bij universiteiten, hogescholen, festivals,
internationale congressen en symposia in Europa, de Verenigde Staten en
Australië. Samen met Benjamin Bagby en Susanne Ansorg heeft hij de
leiding over de ‘Akademie für Musik des Mittelalters’ in Ochsenhausen.
Daarnaast is hij artistiek leider van het festival voor middeleeuwse
muziek ‘Via Mediaeval’ in Rheinland-Pfalz en van het festival
‘Europaïsche Avantgarde um 1400’ in Konstanz.
Toelichting
Rond
het jaar 1000 getuigen handschriften uit Frankrijk en Engeland van een
enorme, zelfs revo - lutionair te noemen ontwikkeling, die de Europese
muziekcultuur op een unieke manier zou gaan bepalen: de meerstemmige
zetting van het eerder uitsluitend eenstemmige gezang. Het gaat hier nog
niet om polyfonie met zelfstandige stemmen, maar het betreft de
overdracht van de eenstemmige lijn naar een klankruimte, als het ware de
ontdekking van een nieuw perspectief in de muziek.
De kunst van
het zogenaamde ‘organum’, zoals deze vroege vorm van meerstemmigheid
wordt genoemd, is al beschreven in muziektheoretische geschriften uit de
negende eeuw, zoals in het beroemde traktaat Musica enchiriadis.
Hier wordt verklaard dat het gaat om een op dat moment al gevestigde en
bekende manier om de eenstemmige lijn een klankruimte te bieden, hetzij
door de eenvoudige vorm van het zingen in parallelle kwinten, of in de
vorm van het variabele kwart-organum, dat wat vernuftiger is en aan meer
regels gebonden. Beide vormen stammen uit de mondelinge traditie en
hebben als doel de eenstemmige muziek een rijkere klank te bieden, maar
vragen om een heroriëntering en herformulering in theoretische
onderbouwing en notatie. Aanvanke lijk werden beide vormen vooral
verklaard aan de hand van voorbeelden uit het repertoire van de
sequenzen. Blijkbaar leenden de sequens-melodieën met hun syllabische
tekstzetting (één noot per lettergreep) zich goed om de intervalrelaties
tussen twee boven elkaar gestelde tonen te verduidelijken. Als
voorbeelden van deze vroege vormen van het organum klinken in ons
concert enkele sequenzen die een band hebben met het klooster van Sankt
Gallen en met de abdij op het eiland Reichenau in de Bodensee, en een
hymne uit Keulen. De Pinkstersequens en de sequenzen over de
eilandheiligen Januarius en Marcus, én de hymne over de heilige
Cunibertus worden door de zangers voorzien van meerstemmige
versieringen, volgens methodes die uit de traktaten afkomstig zijn.
Muziek voor een feestelijke liturgie
Al
rond het jaar 1000 werd deze schematische opzet van theoretici in
composities toegepast en op een creatieve manier verder uitgewerkt. In
verschillende handschriften uit Chartres en Saint-Maur-des-Fossés uit
deze periode bevinden zich organa, waarin het verband met het parallelle
kwart-organum nog wel duidelijk is, maar waarin men afwijkt van de
regels ten gunste van tekstuitdrukking in de muziek. Dit repertoire
bestaat al uit kunstzinnige melismatische (meer noten op één
lettergreep), solistische gezangen, zoals het alleluia uit de mis of de
grote responsoria uit het officie (de gebeden op geregelde uren).
Vanuit
deze praktijk, die door speciaal opgeleide zangers werd uitgeoefend,
ontwikkelt zich in de twaalfde en dertiende eeuw een veelvoud aan
meerstemmige vormen en stijlen, die alle ten doel hebben de liturgie zo
fraai mogelijk vorm te geven. Een van de centra hiervan bevindt zich in
Noord-Frankrijk, waarvan ook de organa uit de zogenaamde Codex
Calixtinus afkomstig zijn. In dit handschrift, genoemd naar Paus
Calixtus II, bevindt zich on-der meer de feestelijke liturgie zoals die
in Santiago de Compostela werd gevierd bij het feest van de Heilige
Jacobus. Als een van de belangrijkste christelijke bedevaartsplaatsen
uit de Middeleeuwen, vonden in Santiago de meest rijke liturgische
vieringen plaats, met noottegen-noot gezette conducti
(processie gezangen), maar ook organa waar boven lang aangehouden tonen
van het basisgezang, een virtuoze, vrij bewegende bovenstem klinkt.
Keerpunt
Rond
de overgang van de twaalfde naar de dertiende eeuw voltrekt zich in de
omgeving van de Parijse Notre-Dame een ‘keerpunt in de
muziekgeschiedenis’: eenvoudig gezegd ontstaat er een meerstemmige
muziekpraktijk, die niet meer uitsluitend als liturgische verfraaiïng
dient, maar die door haar innerlijke structuur een zelfstandige musica mensurabilis biedt, een muziek met een onafhankelijk muzikaal tijdsverloop, zoals de driestemmige conductus van Philippe le Chancelier.
Voor
het eerst zien we hier componisten die bij naam bekend zijn (Leoninus
en Perotinus) én duidelijk omlijnde werken die schriftelijk vastgelegd
en benoemd worden. De kunst van het organum bereikt haar hoogtepunt én
eindpunt in de prachtige, monumentale vierstemmige organa van Perotinus
voor het feest van Kerstnacht, die een muzikale parallel vormen met de
trotse pilaren van de gotische Notre-Dame.
In de westerse muziekgeschiedenis is zo een eerste belangrijke stap gezet op de weg van één- naar meerstemmigheid.
Stefan Johannes Morent